Chodzjali
Chodzjali
Featured

Wellicht redt mijn zusje het nog

“Misschien redt mijn zusje het nog”

Een ooggetuigenverslag van de slachting in Chodzjali

In april 2022 reisde ik naar Azerbeidzjan en bezocht voor het eerst in 28 jaar Martyrs’ Lane in Bakoe. Dit park is een eerbetoon aan degenen die hun leven gaven voor de onafhankelijkheid van Azerbeidzjan en de martelaren van de Eerste en Tweede Karabach-oorlog.

Terwijl ik langs de graven liep, viel mijn blik op een steen met de inscriptie: “5-jarig meisje uit Chodzjali”. Een naamloos kind. Een leven dat abrupt werd afgebroken.

Ik besloot haar verhaal te achterhalen, maar haar identiteit bleef onbekend. In mijn zoektocht ontmoette ik Namiq Babyev, een man uit Agdam die op 26 februari 1992 probeerde overlevenden van Chodzjali te redden. Zijn herinneringen aan die nacht blijven hem tot op de dag van vandaag achtervolgen.


“De stad was één grote slachtplaats”

Wanneer ik hem vraag naar die nacht, haalt hij diep adem. Zijn blik dwaalt even af, alsof hij terug wordt getrokken naar het verleden.

“Ik was twintig toen de oorlog uitbrak,” vertelt hij. “In Agdam, mijn geboorteplaats, vormden we een zelfverdedigingsgroep. Elke nacht vielen de granaten, de explosies werden een vast onderdeel van ons leven.”

Op 26 februari 1992 hoorde hij en zijn groep dat Chodzjali onder zwaar vuur lag. Ze vertrokken vanuit Agdam, maar bij de rivier Gargar moesten ze dekking zoeken – Armeense sluipschutters loerden overal. Toen hij vanuit de schaduw observeerde, zag hij in de verte twee silhouetten.

“Het waren twee jongens, misschien 13 of 14 jaar oud. Ze kwamen dichterbij, hun kleren doordrenkt met bloed. Een van hen droeg iets in zijn armen. We riepen zachtjes naar hen, vertelden dat we Azerbeidzjanen waren en hen wilden helpen.”

De jongens aarzelden, maar kwamen dichterbij. De ene jongen vertelde hoe hun stad in de nacht was overrompeld, hoe bewoners massaal vluchtten, maar velen werden afgeslacht bij Gara Gaya (Zwarte Rots). Zijn stem brak toen hij wees naar wat hij droeg.

Gesneuvelde Kind Chodzjali_Khodzjaly

“Ik pakte mijn zusje op uit de armen van mijn dode moeder. Misschien leeft ze nog…”

Maar het kleine meisje in zijn armen was geraakt. Ze was gestorven op de vlucht. Toch bleef hij haar vasthouden. Hij kon haar niet achterlaten.

“Zijn ogen… die hoop. Alsof hij geloofde dat als hij maar snel genoeg rende, als hij haar maar stevig genoeg vasthield, ze weer wakker zou worden.” Namiq’s stem trilt. “Ik heb hem de weg naar Agdam gewezen, gezegd dat daar mensen waren die hem konden helpen. Maar ik weet niet wat er van hem geworden is.”

 


“De sneeuw was rood van bloed”

Later die dag trok Namiq verder naar Asgaran, het gebied waar veel vluchtelingen naartoe probeerden te komen. Daar werd de gruwelijke omvang van het bloedbad duidelijk.

“De sneeuw was rood. De lichamen lagen verspreid over de berg. Moeders, kinderen, ouderen… vermoord. Het was geen strijd. Het was een slachtpartij.”

Na een lange stilte vervolgt hij: “Ik heb in de oorlog veel gezien. Maar die jongen, met zijn dode zusje in zijn armen… dat beeld achtervolgt me nog steeds. Ik droom erover. Soms word ik wakker en zie hem voor me, hoe hij haar liefdevol vasthield, nog steeds hopend op een wonder.”

Dertig jaar later woont Namiq in Europa. Hij heeft zijn eigen kinderen, maar de herinneringen aan die nacht zijn niet vervaagd.

“Ik weet nog steeds niet wie die jongen was. Waar hij is. Of hij het overleefd heeft. Maar zijn verhaal – en dat van zijn zusje – mag nooit vergeten worden.”


Gerechtigheid voor de vergeten stemmen

Chodzjali was een tragedie. Honderden burgers werden in één nacht afgeslacht. En nu, decennia later, wachten de overlevenden en de families van de vermisten nog steeds op gerechtigheid.

De sneeuw smolt. De tijd verstreek. Maar de herinneringen blijven.

De jongen met zijn zusje is misschien nooit meer gevonden. Maar zijn stem – en die van alle onschuldige slachtoffers – mag niet in stilte verdwijnen.

Laat de wereld luisteren.

Ilkana Goja

 

Acht dagen in Armeense gevangenschap

Dit is het verhaal van de 20 jarige vrouw die ooggetuige was van Chodzjali Genocide en het overleefde. Armeense troepen pleegde in 1992 in de stad Chodzjali in de provincie Karabach in Azerbeidzjan genocide. In de nacht van 25-26 februari 1992 werd de stad aangevallen en verbrandt, bewoners gedood, gemarteld en gevangenen genomen. Sommige hebben het overleeft.

Verhalen van Chodzjali Ooggetuigen