Herdenking van 31 Maart: Genoicde dag van Azerbeidzjanen Het is 105 jaar geleden dat de genocide van Armeense Dashnaks samen met bolsjewieken tegen Azerbeidzjaanse burgers plaats vond.
Dit artikel gaat over de genocide dag in Azerbaijan die elk jaar sinds 1919 wordt gehouden op 31 maart.
Echter het conflict tussen Armeniërs en Azerbeidzjaanse stamt uit 18-e eeuw. In een volgend artikel willen we hierover meer vertellen.
Volgens verschillende media en historische onderzoek bronnen, begonnen een van de volgende massamoorden in de nacht van 30 maart 1918 in Bakoe.
Deze genadeloze moord van burgers (zonder wapens) koste het leven aan bijna 20.000 onschuldige mensen, waaronder veel ouderen, vrouwen en kinderen. Deze massamoorden vonden plaats van 30 maart tot 2 april in 1918.
De Armeense bolsjewistische bendes onder leiding van Stepan Shaumyan doodden duizenden mensen in Bakoe, verbrandden islamitische heiligdommen- moskeeën en namen eigendommen ter waarde van 400 miljoen manats van de inwoners van Bakoe in beslag. Tijdens de bloedbaden werd de als mooiste beschouwde moskee van de stad Bakoe, (Tazapir-moskee), met kanonnen voortdurend beschoten en uiteindelijk vernietigd. De Armeniërs staken het Ismailiyya-gebouw, een van de mooiste architectonische juweeltjes van Bakoe, in brand. Het genocidebeleid tegen Azerbeidzjanen beperkte zich niet alleen tot de stad Bakoe. Op 31 maart doodden Armeense Dashnaks 8.027 Azerbeidzjanen, onder wie 2.560 vrouwen en 1277 kinderen, in 53 dorpen van het stad Shamakhi. een van de oudste moskee (Jume Mesjidi) van stad Shamakhi werd vernield. Het aantal onschuldige Azerbeidzjanen dat in 162 dorpen van Guba werd gedood, bedroeg meer dan 16 duizend. Armeense Dashnaks hebben duizenden dorpen in Lankaran, de regio Mughan en Karabach in brand gestoken en tienduizenden mensen op brute wijze vermoord. Het massale morden ging ook later steeds door. Op 10 juni werden in meerdere steden massamoorden gepleegd. De regiering van Democratische Republiek Azerbeidzjan (ADR) wilde deze massamoorden onderzoeken. Op 15 juli 1918 nam de regering van ADR een resolutie aan over de oprichting van een buitengewone onderzoekscommissie (Extraordinary Investigation Commission (EIC) om onderzoek te doen naar de gevallen van geweld gepleegd tegen de moslimbevolking (Azerbeidzjanen) en eigendommen door Armeense gewapende groepen onder de naam bolsjewiek. De voorzitter van de EIC was de bekende advocaat Alakbar bey Khasmammadov. Hoewel de commissie uit zeven leden bestond, werden later de vertegenwoordigers van het onderzoek en het parket en de gerechtelijke autoriteiten van de steden Bakoe en Ganja bij dit werk betrokken. De samenstelling van de EIC was multinationaal en omvatte voornamelijk Poolse, Russische, Duitse, Litouwse Tataren en Azerbeidzjaanse advocaten die in Rusland studeerden. In totaal zijn 36 delen onderzoeksmateriaal door de EIC verzameld tijdens in de van 15 juli 1918 tot 1 november 1919. Bloedbaden gepleegd in de provincies Bakoe, Shamakhi, Guba, Goychay, Javad, Nukha en Lankaran, evenals in Ganja, Garabagh en Zangazur werden onderzocht door Armeniërs. Als resultaat van EIC-activiteiten werden 128 rapporten en ontwerpresoluties uitgewerkt en werden op basis daarvan strafzaken aangespannen tegen 194 mensen, beschuldigd van verschillende misdaden. Op de basis van de onderzoeken heeft de regering van de ADR besloten vanaf 1918, 31 maart, elke jaar als herdenkingsdag en de Dag van Genocide van Azerbeidzjanen te herdenken. Dit ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Genocide.
Hoewel deze geschiedenis tijdens de jaren van Sovjetregering uit het geheugen werd gewist, werden op 31 maart 1918 op basis van historische documenten talloze studies uitgevoerd en boeken gepubliceerd op basis van historische documenten.
Op 26 maart 1998 ondertekende president Heydar Aliyev een decreet “Over de genocide van Azerbeidzjanen”. Vanaf die dag wordt 31 maart gevierd als de Dag van de Genocide van Azerbeidzjanen. Tijdens Sovjet Unie zijn veel feiten van deze geschiedenis vernietigd of weggestopt.
Het massagraf, per ongeluk ontdekt tijdens de opgravingen voor bouwdoeleinden in de stad Guba in 2007, was een duidelijk bewijs van de genocide op de moslimbevolking van Guba (Azerbeidzjaanse dus), gepleegd door Armeense strijdkrachten onder bolsjewistische naam in mei 1918. Een van het massagraven werd op 1 april 2007 ontdekt tijdens bouwwerkzaamheden in het gebied. Het personeel van het Instituut voor Archeologie en Etnografie van de Nationale Academie van Wetenschappen van Azerbeidzjan voerde van 8 tot 11 april 2007 voorbereidend onderzoek uit op de begraafplaats en uit het onderzoek is gebleken dat het massagraf te maken heeft met de genocide gepleegd door de Armeense gewapende strijdkrachten. De Wetenschappelijke Raad van het Instituut voor Archeologie en Etnografie van de Nationale Academie van Wetenschappen van Azerbeidzjan adviseerde om uitgebreider onderzoek te doen naar het graf om deze kwestie op te helderen. Onderzoeksgroep van zeven personen van het Instituut voor Archeologie en Etnografie van de Nationale Academie van Wetenschappen van Azerbeidzjan was sinds juli 2007 bezig met onderzoek in het massagraf, onder leiding van Gahraman Aghayev en voltooide het onderzoek in september 2008. President van de Republiek van Azerbeidzjan, Ilham Aliyev ondertekende op 30 december 2009 een decreet om een “Genocide Memorial Complex” te creëren in de stad Guba met het oog op het overbrengen van deze gebeurtenis aan de wereldgemeenschap, het bewaren van de nationale herinnering voor toekomstige generaties van het Azerbeidzjaanse volk en het vereeuwigen van de herinnering aan de slachtoffers van de genocide. Het Memorial Complex werd in 2012-2013 gebouwd op de linkeroever van de Gudyalchay-rivier in de stad Guba, in het voormalige stadiongebied. De officiële presentatie van “Genocide Memorial Complex” was op 18 september 2013. De totale oppervlakte van het complex is 3,5 hectare en bestaat uit 5 secties. In dit complex is o.a. de jaarkaart 1918-1920 van Azerbeidzjan, die in 1918 regio’s afslachtte gemarkeerd met speciale rode inhoud, en borden in 4 talen (Azerbeidzjaans, Russisch, Turks en Engels), met korte informatie over de geschiedenis van Azerbeidzjan.
Deze feiten en nog vele anderen zijn te vinden in het complex ter nagedachtenis aan de vreselijke gebeurtenissen uit deze vroege periode van het bestaan van Azerbeidzjan. De herinnering levendig houden aan dergelijke gebeurtenissen is niet alleen van belang voor de nabestaanden en hun familieleden maar ook voor alle Azerbeidzjanen opdat de omgekomen mensen nooit worden vergeten. En dat het vertellen/herdenken van deze vreselijke gebeurtenissen ervoor zorgt dat deze fouten nooit weer opnieuw door iemand of groepen gemaakt zullen worden. We zijn daarom President van de Republiek van Azerbeidzjan, Ilham Aliyev, dankbaar dat hij de bouw van zo’n complex mogelijk heeft gemaakt en dat 31 maart is uitgeroepen tot herdenkingsdag.
Ilkana Goja
Dit artikel is tot stand gekomen door onderzoeken van verschillende bronnen op internet, op YouTube, krantenartikelen en persoonlijke gesprekken met de persoon zelf.
@Alle Rechten voorbehouden. Niets van deze website mag worden verveelhoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, of op welke ander wijze en/of door welke ander medium ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingen van Stichting TogetherStrong. Ook mag niet gerefereerd worden aan informatie ana deze site of artikelen zonder correcte bronvermelding naar Stichting TogetherStrong.
Bronnen:
https://azerbaijan.az/en/related-information/5
https://soyqirim.az/en/link/9762https://az.agdamtv.info/cemiyyet/31-mart-soyqirimindan-105-il-otur/
https://az.agdamtv.info/cemiyyet/31-mart-soyqirimindan-105-il-otur/
Dank voor deze mooie tekst. En sterkte op deze herinneringsdag