27 Dagen in Armeense Gevangenschap
Verhal van Valeh Huseynov, Deel II
Nadat ik gescheiden werd van het lichaam van mijn vrouw zijn we gepakt door Armeense bewapende. Op 26 februari 1992 brachten de Armenen ons naar Askeran. Onderweg duwden ze ons in het koude water van de rivier de Gargar in. Ze plaatsten ons rond 10.00 uur in het politiebureau van Askeran met 13-14 mensen. Daar scheidden ze de vrouwen van de mannen en begonnen ze te slaan. Ik herinner me Elkhan, Natiq, Salim, Vasif (nu dood), Ilgar, Saadat (nu dood), Intizam en Mehman, die in mijn cel werden vastgehouden. In elke cel werden ongeveer 15-20 gijzelaars vastgehouden. Die avond gaf Karo, die het hoofd was van de afdeling Brandpreventie van dat politiebureau en die de andere Armeniërs aanvoerde, het bevel Elkhan, Salim, Huseyn, Natiq en mij in de cel te gooien en ons wreed te slaan met lopen hun machinegeweren, stoelpoten en stokken. Ook uit de aangrenzende cellen werd geschreeuw gehoord. We realiseerden ons dat de Armeniërs de vrouwen, die daar werden vastgehouden, sloegen, verkrachtten en mishandelden.

Op 28 februari 1992, omstreeks 16.00-17.00 uur, brachten ze mij en Elkhan naar een cel die was ontworpen voor Karo’s martelingen. Ze trokken mijn nagel uit mijn duim en braken toen mijn vingers. Tijdens de martelingen verloor ik verschillende keren het bewustzijn. Ze dachten dat ik ook in het verzet zat en een machinegeweer had. Toen kwam een Armeen met mijn foto’s van een bruiloftsfeest waar ik muziek speelde. Dit verergerde de haat van Karo de nog meer. Ze gingen mij nog meer martelen zodat ik nooit meer Karabakh muziek zou kunnen spelen op een bruiloft.
Op 1 maart kwamen Karo en enkele andere Armeniërs de cel binnen en sloegen iedereen. Volgens de instructies van Karo stak een Armeniër zijn mes in de borst van Elkhan, maar niet erg diep, dus Elkhan stierf niet. Twee uur later nam Karo Elkhan, Natiq en 2 andere personen (ik weet hun namen niet meer) ergens mee naartoe en ik weet niet wat er daarna met hen is gebeurd. Toen hoorde ik dat Karo Salim, Huseyn, Araz, Vasif uit de cel had gehaald en neergeschoten. Die dag rond 20.00 – 21.00 uur, toen hij ons weer meenam om te mishandelen, schoot hij een persoon neer die Faiq heette. Deze mishandelingen gingen zo dagen achtereen door.
Door een wonderlijke spelling van het lot heb ik de martelingen kunnen doorstaan en werd ik onderdeel van een gevangen ruil. Op 22 maart 1992 brachten ze me terug naar de Azerbeidzjaanse kant en ruilden ze voor 3 Armeniërs.
Het lichaam van mijn geliefde, dat ik achterliet met zoveel pijn in mijn hart is begraven toen ik nog 27 dagen in gevangenschap zat. Hetgeen ik die nacht heb meegemaakt, het verlies van mijn geliefde, het achterlaten van haar lichaam en de martelingen die ik daarna heb meegemaakt en gezien hebben mij nooit meer verlaten. Ik leef nog constant in de nachtmerrie van die nacht van Chodzjali waar ik rode sneeuw heb gezien.
Ilkana Goja
Dit artikel is tot stand gekomen door onderzoeken van getuigenissen van ooggetuige op YouTube, krantenartikelen en persoonlijke gesprekken met de persoon zelf.
@Alle Rechten voorbehouden. Niets van deze website mag worden verveelhoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, of op welke ander wijze en/of door welke ander medium ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingen van Stichting TogetherStrong. Ook mag niet gerefereerd worden aan informatie ana deze site of artikelen zonder correcte bronvermelding naar Stichting TogetherStrong.